Butsel had niet veel moeite om Keiberg puntenloos naar huis te sturen. Eens centrale middenvelder Thomas Vranckx (24) voor de 3-0 zorgde waren meteen alle twijfels weg. “In de evenwichtige eerste helft was het voetbal rommelig met aan weerszijden enkele kansen via Simons, Laurent en Michiel Clemens” , vertelt strateeg Thomas Vranckx. “Keiberg liet de bal aan ons en keek de kat uit de boom. Dit terwijl we veel te nerveus acteerden. In de tweede helft hadden we de match onder controle en dicteerden we de wet. Het was wachten op die eerste goal die al snel in de lucht hing. Michiel Clemens lukte die na een assist van zijn broer Preben. van dan af verliet Keiberg zijn egelstelling en kwam er veel meer ruimte en volgde kans op kans. Ik scoorde met het hoofd na een hoekschop met nog een twintigtal minuten voor de boeg.”“We zijn goed bezig en dat zegt die 12 op 12. Het was lang zoeken naar de juiste tred omdat de ploeg jong is en tegenover het afgelopen seizoen een nieuw gezicht heeft. We zijn gegroeid als ploeg en de automatismen zitten er in. Vroeger als we een tegengoal slikten, was er paniek in de rangen. Nu is dat niet meer zo omdat we veel beter georganiseerd staan. Ondertussen staat er een vaste basis en is de zoektocht achter de rug.”“Met 24 punten is nog niets verloren omdat als zevende slechts vier punten minder tellen dan de nummer twee. Het goede van de jongste weken moeten we doortrekken en in de top van de rangschikking meedoen is het streefdoel. We hebben daarvoor de kwaliteiten in huis.”

Bron: Het Nieuwsblad

“Dit is behekst”, jammert de altijd rustige Veltem-trainer Chris Vanhentenrijk. “Sinds ik vijf jaar trainer ben, wonnen we hier nooit en scoorden zelfs geen enkel doelpunt.”

Dat Veltem nu niet scoorde, lag aan Butsel-keeper Kenny Van de Vel die boven zichzelf uitgroeide. De mooiste save was de streep die hij uit de kruising haalde. “Dat mijn broer Kenny aan de overkant in doel stond, vormde een extra motivatie voor mij”, zegt aanvoerder Kevin. “Voor mij was dit een speciale match die we moesten winnen. Deze zege geeft moed en vertrouwen.”“Ideaal was dat bij Veltem veel afwezigen waren, al moet ik zeggen dat de elf die nu speelden ook al heel goed waren. Dat betekent dat ze een ruime kern hebben. Ze hadden meer uitgespeelde kansen. Missen wij drie man, dan geraken we moeilijk aan 15 kwaliteitsvolle spelers.”“Hoe dan ook, dit zijn bonuspunten en ik kijk al uit naar de match tegen Meise. We wippen nu over Houtem-Oplinter en naderen Hoegaarden. Alles is nog mogelijk omdat het voetbal zo onvoorspelbaar is. Positief is dat we spelers recupereerden voor deze terugronde: Dries De Smet die ons komt helpen, de terugkeer van Steven Vanleene én een herstelde Andres Tack.”“Al haalt Andres niet meer zijn vroeger niveau, hij blijft belangrijk voor het aanvallend compartiment. Ik hoop dat onze trainer straks kan zeggen dat hij positieve selectieproblemen heeft. Absoluut nodig is ook dat de trainingen beter worden bijgewoond. Het kan niet dat we 18 spelers op training zien voor twee teams. Het is moeilijk werken om zo de automatismen in de ploeg te krijgen.”

Bron: Het Nieuwsblad

Nog nooit in de geschiedenis van Racing Butsel speelde de ploeg in de hoogste provinciale afdeling. Voorzitter Jozef Vandevin zit zo met veel vragen. Het behoud afdwingen, bestempelt hij als een succes. Om vervolgens een vaste waarde te worden.

“Dit hebben we alleszins dik verdiend”, blikt voorzitter Jozef Vandevin terug op die geweldige eindronde. “We waren al heer en meester in de terugronde en die successenreeks trokken we door in de eindronde. Dat we promoveerden is hoe dan ook onverwacht, want een eindronde blijft een loterij en dus onvoorspelbaar. Omdat we niet echt op een promotie rekenden, trokken we spelers aan om, zoals elk seizoen trouwens, de top in tweede te spelen. Wat het dit seizoen wordt, is koffiedik kijken. Ik ben een tevreden voorzitter als we straks niet degraderen. Het behoud afdwingen zou zelfs een succes zijn.”“Dat ik graag in eerste blijf heeft te maken met de splitsing volgend seizoen in een Nederlands- en Franstalige reeks. Dat komt ons goed uit. Dan wordt de competitie interessanter en krijgen we opnieuw een reeks zoals we gewend waren in tweede.”De basis voor het behoud leggen, wil voorzitter Vandevin in zijn eigen Butsel.“Misschien is het een voordeel om tijdens de wintermaanden thuis op een zwaar veld te voetballen”, bedenkt hij. “Dus vooral op eigen terrein de punten pakken. De ploegen uit de Brusselse regio zijn technisch onderlegd en voetballen overwegend op kunstgras. Ze zullen het moeilijker hebben om hier in minder gunstige omstandigheden te voetballen. Een sportief pluspunt is dat onze topschutter Andres Tack blijft. Hij gaat zijn zevende seizoen in en is hier graag. Hij zei me onlangs dat hij van plan is om ooit zijn carrière hier af te sluiten.”“Het is geweten dat de Brusselse ploegen weinig supporters meebrengen zodat we in die thuismatchen minder toeschouwers moeten verwachten.”“Onze accommodaties zijn verouderd, maar we kunnen en mogen hieraan volgens de wet niets veranderen. Alleen afbreken mag. We hebben immers hebben niet de financiële middelen om miljoenen euro’s te spenderen voor verfraaiing. In de deelgemeente Boutersem ligt een kunstgrasveld, maar dat is de gemeente die hiervoor zorgde.”“Al hebben we het moeilijk, toch is onze club gezond. Hierover waken we. Daarom ook dat we ieder seizoen veel activiteiten organiseren. We hebben ons budget nu niet verhoogd. Al moet ik zeggen dat de winstpremies hoger zijn, maar we gaan veel minder winnen dan in tweede zodat we uiteindelijk minder zullen moeten uitgeven. Ook de sponsoring bleef op niveau zodat in tweede of in eerste voetballen financieel uiteindelijk weinig of geen verschil maakt.”

Bron: Het Nieuwsblad

In de competitie strandden ze op 17 punten van kampioen Veltem en 13 punten van andere eindrondeploeg Aarschot. Eens die nacompetitie op gang kwam, was er geen houden meer aan. Wesley Socquet en zijn jongens pakten 9 op 9 én de promotie.

Het wordt donderdag een gezapig slotmatchke bij Sporting Brussel, waar twee nieuwe eersteprovincialers er een galamatch kunnen van maken. “Als we er gelijkspelen, winnen we de groep en dat oogt mooier”, merkt de ambitieuze speler-trainer Wesley Socquet toch op.“Niks moest in deze eindronde. Het bestuur lag niet te azen op promotie, maar toen dat naar het einde toe steeds dichterbij kwam, begonnen ze er steeds meer zin in te krijgen. Butsel speelt tenslotte al drie, vier jaar aan de top.”Wesley is op zijn 39ste aan zijn tiende jaar als speler-trainer toe en heeft er zijn vierde seizoen bij Butsel opzitten. “Waarvan drie keer de eindronde: derde keer, goede keer dus. De eerste acht matchen van dit seizoen bleef ik op de bank, maar na een goede start pakten we 1 op 15 terwijl Veltem en Aarschot weinig lieten liggen.”

Sterke periodes

“Zo gingen we ons al vroeg concentreren op de eindronde. Ik deed toen een paar wissels en ging zelf weer meespelen. Nadien kenden we twee sterke periodes. In de terugronde verloren we nog slechts drie keer en pakten we 35 op 45.”“We hebben met Andres Tack een superspits die vlot scoort. Onder de lat staat met Kevin Van De Vel een zeer goede keeper. Daartussen hebben we allemaal spelers die er keihard willen voor werken en die prima kunnen voetballen. In onze kern zaten ook enkele goede jongeren. Ook onze tweede ploeg is trouwens kampioen.”“Alleen is het jammer dat we ze iets minder aan de bak konden laten komen, waardoor er drie of vier naar Bunsbeek vertrekken. Positief was dat we weinig last hadden van blessures of schorsingen. We trainden wel stevig, maar gaven de spelers wel de nodige rust, zoals in de winterstop en voor de eindronde. Daardoor zaten we nog fris.”

Nog nooit

Als deze promotie zo speciaal is voor Butsel, komt zulks omdat de club nog nooit in haar geschiedenis in eerste provinciale voetbalde. “Dat kan wel een lastig seizoen worden”, beseft Wesley. “In eerste gaat het er iets professioneler aan toe. De accommodaties zijn hier en daar beter dan in tweede.”“Onze accommodatie is allicht een van onze mindere punten, maar we hebben wel een piekfijne grasmat. Of ik nog mee aan de aftrap kom? Dat is niet de bedoeling, maar ik ken mezelf en denk eigenlijk van wel.”

Bron: Het Nieuwsblad